W3C

Bert Bos | Lettertypes (Future CSS, Utrecht 2013)

Lettertypes

(Fonts)

Cascading Style Sheets

Module

Korte geschiedenis van @font-face

Korte geschiedenis van @font-face

PDF is één file met daarin alles wat het document nodig heeft: afbeeldingen, tekst en fonts. ePUB is hetzelfde: één enkele file (een zip-file in dit geval) met alles erin. Maar op het Web geven we de voorkeur aan virtueel insluiten. Met een term die is verzonnen door Ted Nelson in de jaren '60 noemen we dat „transclusie:” een component van een document is zelf een document, met een eigen adres (URL) en kan dus hergebruikt en geupdate worden.

„Font embedding” werkt op die manier: een document verwijst naar een style-sheet en het style sheet verwijst naar een font-file. Alle drie zijn ze onafhankelijke documenten, maar de link geeft aan dat de link een transclusie-link is.

(Compressie, marktpositie, CORS)

Syntax

@font-face {
 font-family: My Gill Sans;
 font-style: oblique;
 font-weight: normal;
 src: url(../GILLSAN2.eot) format("eot"),
    url(../GILLSAN2.woff) format("woff")
}
/* + drie andere: normal, bold en bold oblique */

body {
 font: 1em/1.3 Gill Sans, My Gill Sans, sans-serif
}

Font-licenties

Fonts vallen onder auteursrecht

Afhankelijk van de licentie mag je een font op een server zetten:

Een vlag in de OpenType-file geeft de meestvoorkomende licentietypes aan

Font-licenties

Types licentie (vlaggen in OpenType):

De magie van WOFF en EOT

Geen DRM, maar regels van conformiteit
(gedefinieerd in de W3C-specificaties)

Auteur van document geeft aan

  1. In style-sheet welk font hij heeft gebruikt
  2. In het font (EOT) of op de server (WOFF) welke documenten dat font gebruiken

De UA (browser) volgt de link 1 en controleert link 2

In het geval van WOFF moet je op de HTTP-server een speciale header configureren (Access-Control-Allow-Origin, geleend van CORS) die aangeeft voor welke domeinen (servers) die WOFF file is bedoeld. Bij afwezigheid van die header is de WOFF file alleen bedoeld voor documenten op dezelfde server.

Voor eenvoudige installaties is dat dus simpel, maar het vergt een expert om de WOFF-file op een andere server te zetten dan het document.

EOT is flexibeler en preciezer. De EOT-file en het document kunnen elk protocol gebruiken, niet alleen HTTP. De EOT-file zelf bevat een lijst van URL's of gedeeltelijke URL's.

Gelukkig zijn steeds meer font-makers tevreden met de restrictie tot een heel domein (en dus met WOFF) en ze zetten de corresponderende vlag in OpenType. Maar sommige font-makers zetten de restricted-vlag, zodat je geen WOFF kunt gebruiken en gedwongen bent de speciale voorwaarden te lezen of aan te vragen.

Online-hulp

Web sites zoals Font Squirrel bieden verzamelingen vrije fonts aan en helpen bij het genereren van de bijbehorende @font-face

Einde

Terug naar agenda